- continue
- v. voortgaan, doorgaan; voortzetten, vervolgencontinue[ kəntinjoe:]I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 door/voortgaan ⇒ verder gaan, volhouden, zich voortzetten/uitstrekken2 (in stand) blijven ⇒ voortduren, continueren3 vervolgen ⇒ verder gaan♦voorbeelden:1 a continuing period • een ononderbroken/aaneengesloten periode2 the weather continues fine • het mooie weer houdt aanwe can't continue in this house much longer • we kunnen ons verblijf in dit huis niet veel langer rekken3 ‘this is sad stuff, sir,’ he continued • ‘dit is een treurig verhaal, meneer’, vervolgde hijII 〈overgankelijk werkwoord〉1 voortzetten ⇒ (weer) door/voort/verder gaan met, volhouden, vervolgen2 handhaven ⇒ aanhouden, continueren3 verlengen ⇒ doortrekken♦voorbeelden:1 to be continued • wordt vervolgd
English-Dutch dictionary. 2013.